Een lipofilling kan uitgevoerd worden onder lokale of algemene anesthesie, afhankelijk van de omvang van de ingreep. Wanneer onder lokale verdoving uitgevoerd, zal zowel de zone waar het vet wordt onttrokken als de zone waar het vet naartoe wordt getransfereerd, verdoofd zijn. Gedurende de ingreep zal dokter Rogge via een kleine canule vetcellen preleveren waar er genoeg vetweefsel aanwezig is, zoals bijvoorbeeld de buikstreek of de dijen. Dit deel lijkt sterk op een kleine liposuctie.
De vetcellen worden daarna gescheiden en gezuiverd. Vervolgens worden de vetcellen met een hele fijne naald geïnjecteerd in de zones waar een volumeverlies is en met een specifieke techniek neergelegd om de overlevingskans te maximaliseren. Het is immers belangrijk om een goede doorbloeding te voorzien rond het getransfereerde vetweefsel. Dit is vergelijkbaar met een huidgreffe die op een wonde wordt gelegd en op die plaats overleeft.
Hoewel de techniek nog steeds het meest uitgevoerd wordt ter hoogte van het aangezicht, kunnen ook andere zones van het lichaam behandeld worden zoals de handen, bilstreek en vrij recentelijk borsten.