vragen

Hoe werkt een neuscorrectie?

De meeste neuscorrecties worden uitgevoerd onder algemene verdoving.

Incisies worden gemaakt aan de binnenkant van de neus om het bot- en kraakbeen te kunnen bewerken. Vaak zal een discrete incisie gemaakt worden ter hoogte van het columella – de huid tussen de neusgaten.

De exacte techniek en incisies is afhankelijk van het chirurgisch plan en het type neus dat u hebt. Als er een bult is ter hoogte van de neus, zal het overtollig bot- en kraakbeen verwijderd worden om de neus rechter te maken met een lager profiel. Het kraakbeen van de neustip kan ook aangepast worden en geremodelleerd worden om een afhangende of te brede tip te verbeteren.

Bij sommige neuscorrecties zijn kraakbeengreffes nodig. Deze kunnen genomen worden ter hoogte van het neustussenschot of soms ter hoogte van de oren of ribben. Ook zal voor patiënten die ademhalingsmoeilijkheden hebben doorheen hun neusgat een neustussenschot kunnen aangepast worden om dit te verhelpen.

Incisies worden gesloten met heel fijne verteerbare draadjes aan de binnenkant van de neus en als nodig ook met heel fijne draadjes aan de buitenkant ter hoogte van het columella.

Een spalk wordt meestal gedurende 1 à 2 weken ter plaatse gelaten. Tijdens de eerste 24 uren zal er ook een speciaal verbandje geplaatst worden in de neusgaten. Deze worden meestal de dag na de ingreep verwijderd.

Voor sommige ingrepen is het nodig om een inwendige spalk langer te laten, dewelke dan na 1 week wordt verwijderd.

Dr. Rogge zal tijdens de ingreep steeds gebruik maken van de 3D-simulatiebeelden om het resultaat zo dicht mogelijk te brengen bij wat de wens van de patiënt is. Uiteraard is het eindresultaat steeds afhankelijk van de anatomie voor de ingreep en van wat technisch mogelijk is.

Voor een neuscorrectie kunnen de patiënten soms de dag zelf naar huis gaan, hoewel vaak 1 overnachting wordt voorzien.