Onder de hoofdhuid bevindt er zich een stevig vlies (galea aponeurotica) dat stevig aan de hoofdhuid vastzit.
Het kan de bloedvaten soms op dusdanige manier omknellen dat de voeding naar de haarwortels wordt verminderd. Hierdoor kan het haar dor en dood aanvoelen en tenslotte ook gaan uitvallen. Dit is veelal een erfelijke aandoening.
Door middel van een ingreep onder lokale verdoving kan via 2 kleine incisies de galea worden bewerkt waardoor de bloeddoorstroming naar de haarwortels verbetert.
Vervolgens wordt ter hoogte van de 2 kleine incisies de huid met dun verteerbaar hechtingsmateriaal gesloten.
In driekwart van de behandelingen stopt de haaruitval na 4 tot 6 weken. Er ontstaan dus geen nieuwe haren. Daarom is het van belang dat deze ingreep in een vroeg stadium wordt uitgevoerd.